Vertalingen zich matigen NL>FR
zich matigen (ww.) | apaiser (ww.) ; calmer (ww.) ; étouffer (ww.) ; modérer (ww.) ; réprimer (ww.) ; tempérer (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `zich matigen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: matigenNL: temperen